AI is al jaren een onderwerp van discussie en de ontwikkeling ervan gaat snel. Maar volgens Yann LeCun, de belangrijkste AI-wetenschapper bij het moederbedrijf van Facebook, Meta, is AI nog niet zo slim als een hond. Hij legde de verklaring gisteren af op het Viva Tech-evenement in Parijs. Hij beweert dat het huidige niveau van AI-intelligentie niet zo goed is als dat van honden en daarom niet als een bedreiging voor de mensheid mag worden beschouwd. Deze verklaring kan voor velen als een verrassing komen, gezien de vooruitgang in AI-technologie. In dit artikel zullen we bekijken waarom LeCun denkt dat AI nog niet zo slim is als een hond en wat er moet gebeuren om de kloof te overbruggen.
Wat is AI?
AI verwijst naar het vermogen van machines om taken uit te voeren waarvoor normaal gesproken menselijke intelligentie nodig is. Deze taken omvatten leren, redeneren en probleemoplossing. AI-systemen kunnen worden ingedeeld in twee categorieën: smalle of zwakke AI en algemene of sterke AI. Smalle AI is ontworpen om specifieke taken uit te voeren, terwijl algemene AI is ontworpen om elke intellectuele taak uit te voeren die een mens kan uitvoeren.
Waarom is AI-intelligentie niet zo hoog als die van een hond?
Ondanks de vooruitgang in AI-intelligentie, AI is nog niet zo slim als een hond, waarom deed LeCun deze uitspraak? Volgens LeCun moeten AI-systemen worden gemaakt als”controleerbare en trainbare systemen”. Dit betekent dat AI-systemen moeten worden ontworpen om te leren van hun omgeving en zich aan te passen aan nieuwe situaties. Honden daarentegen worden geboren met het vermogen om te leren van hun omgeving en zich aan te passen aan nieuwe situaties. Ze kunnen ook menselijke emoties begrijpen en dienovereenkomstig reageren.
Gizchina Nieuws van de week
Een andere reden waarom AI niet zo slim is als een hond, is dat AI-systemen gezond verstand missen. Gezond verstand is het vermogen om de wereld om ons heen te begrijpen en op basis daarvan beslissingen te nemen. AI-systemen daarentegen missen dit vermogen. Ze kunnen alleen beslissingen nemen op basis van de gegevens waarop ze zijn getraind. Dit betekent dat AI-systemen fouten kunnen maken wanneer ze worden geconfronteerd met nieuwe situaties waarin ze niet zijn getraind.
Wat moet er worden gedaan om de kloof te overbruggen?
Om de kloof te overbruggen, AI-systemen moeten worden ontworpen om te leren van hun omgeving en zich aan te passen aan nieuwe situaties. Dit betekent dat AI-systemen moeten worden gemaakt als”beheersbare en trainbare systemen”. AI-systemen moeten ook worden ontworpen om menselijke emoties te begrijpen en dienovereenkomstig te reageren. Dit vereist dat AI-systemen worden getraind op gegevens die emotionele signalen bevatten.
Een andere manier om de kloof te overbruggen, is door AI-systemen te ontwikkelen die gezond verstand hebben. Dit vereist dat AI-systemen worden getraind op gegevens die informatie over de wereld om ons heen bevatten. AI-systemen zullen ook moeten worden ontworpen om de context van een situatie te begrijpen en beslissingen te nemen op basis van dat inzicht.
Conclusie
AI is ondanks de vooruitgang nog niet zo slim als een hond in AI-technologie. Deze systemen missen het vermogen om te leren van hun omgeving en zich aan te passen aan nieuwe situaties. Ze missen ook gezond verstand, namelijk het vermogen om de wereld om ons heen te begrijpen en op basis daarvan beslissingen te nemen. Om de kloof te overbruggen, moeten AI-systemen worden ontworpen om te leren van hun omgeving en zich aan te passen aan nieuwe situaties. Ze moeten ook ontworpen zijn om menselijke emoties te begrijpen en dienovereenkomstig te reageren. Ten slotte moeten AI-systemen worden getraind op gegevens die informatie bevatten over de wereld om ons heen en de context van een situatie.
Bron/VIA: